Barbecueën - 5 tips voor een goede basis!
Barbecueën is hot! Je hebt vast al eens kennis gemaakt met één van de verschillende TV programma’s die over het barbecueën gaan. Mocht dit allemaal iets te snel zijn gegaan, dan lees je hieronder enkele tips!
Barbecueën is een van oudste manieren van koken. Het barbecueën zoals men dat tegenwoordig doet, kent zijn in oorsprong in het zuiden van de Verenigde Staten. Grote stukken vlees werden in de tijd van de slavernij in een gegraven gat in de grond gelegd, de pit. Hier werd toezicht opgehouden door een van de oudste slaven, de master. Et voilà, daar komt het woord “Pitmaster” vandaan. Dit schouwspel kon een hele dag in beslag nemen en zorgde ervoor dat er ’s avonds te eten was. Tegenwoordig is de pitmaster een vaak gehoorde term voor iemand die de barbecue bedient. Klinkt die term wel goed in de oren? Lees dan vooral onderstaande tips om de pitmaster in jou straat te worden!
5 tips voor een goede barbecue basis
1. In de achtertuin zullen we niet snel een gat gaan graven, maar een barbecue mét deksel is een goed alternatief. Hier zit een luchtschuif en thermometer op, waardoor je de tempratuur in de ketel perfect kunt regelen. Hoe meer zuurstof, hoe hoger de tempratuur, minder zuurstof, lagere tempratuur.
2. Zorg voor een kolenstarter en handschoenen op het moment dat je met houtskool en/of briketten barbecuet. Met een kolen/briketten starter “start” je door onderop bruine (geen witte!) aanmaakblokjes te leggen, de starter erop te zetten en de kolen/briketten in de starter te doen. Wacht nu tot de kolen/briketten gloeiend heet worden en schut ze een keer om. De kolen/briketten krijgen dan een grijs laagje as. Dit duurt meestal 30 minuten. Als de kolen/briketten op tempratuur zijn, kun je ze in de barbecue leggen. Het gebruik van een starter zorgt ervoor dat er geen aanmaakstoffen in je kolen blijven hangen.
3.Dit is misschien wel de moeilijkste tip: heb geduld! Nederlanders staan bekend om hun sateetjes: verbrand van buiten – rauw van binnen. Laat het vlees langer garen op een lagere temperatuur, hierdoor blijft vlees het malser en is de kans op verbranding nihil.
4. Zet het vlees centraal. Marinades, sauzen of rubs (kruidenmengels) zijn een mooie ondersteuning ten behoeve van je vlees. Maar wees hier niet te overmoedig mee, je vlees moet niet naar enkel de marinade of saus smaken. Anders hadden we die op tafel gezet. Soms is peper en zout voldoende, zeker bij rundvlees. Waarbij het advies is om de peper pas na het grillen op je vlees te strooien. Deze kan verbranden en zorgen voor een bittere smaak.
5. Oefenen, oefenen oefenen! De professional heeft al vaker gefaald, dan de nieuweling is begonnen. Schrik er niet van als er eens een keer iets niet lekker is of alsnog verbrandt. Blijf ook vooral ontdekken, een barbecue is eigenlijk niets anders dan een oven. Hoe indrukwekkend is het als je een appeltaart, een pizza, aardbeienjam of een vers gebakken brood onder de deksel vandaan haalt?